Door Wesley Hegge

“Mijn vader Harrie Maas (1917-1977) begon als timmerman op de bouw en werkte zich op tot onderbaas”, zegt Fred Maas. De 71-jarige oud-directeur woont in het Belgische Molenbeersel, maar werd geboren in de Aldenborghstraat in Weert. “Harrie leerde tijdens de bouw van het Pensionaat Sint Louis in Weert Henk Willemsen kennen. Daar was Henks vader uitvoerder. Ze kregen het idee om samen als onderaannemer de dakconstructie van het pensionaat te maken.”

Oorlogsperiode
Die klus leidde op 1 januari 1939 tot de oprichting van bouwbedrijf Wilma, een samentrekking van de achternamen van de twintigers. “Het was ook meteen hun laatste opdracht, want enkele maanden later brak de Tweede Wereldoorlog uit en moesten ze in dienst. Als Nederland zich overgeeft, hervatten ze hun werkzaamheden. Ze herstellen twee bruggen in Weert die door troepen waren opgeblazen.”

De voorspoedige ontwikkeling wordt in 1942 onderbroken als de Duitse bezettingsmacht de teugels verder aantrekt. “Harrie en Henk duiken onder om te ontsnappen aan de Arbeitseinsatz. De bezittingen van het bedrijf worden in veiligheid gebracht door met de trein kruiwagens, een betonmolen, steigermateriaal, damwandplanken en dergelijke naar Tilburg te brengen. Harrie verbergt zich bij een boer in Udenhout. Op 22 september 1944 wordt Weert relatief ongeschonden bevrijd.

Het duurt dan nog ruim een maand voordat Tilburg en Breda aan de beurt zijn. Als Henk bezig is met het repareren van een beschadigde dak van zijn onderduikadres hoort hij van beneden een bekende stem. ‘Heidaar, zou de ene helft van Wilma genegen zijn de andere weer te helpen?’ Het is Harrie die op zijn fi ets zijn compagnon komt halen.”

Tweede jeugd
Er was werk aan de winkel. “In december 1944 begon Wilma aan zijn tweede jeugd en start met de renovatie van boerderijtjes. De oorlog had zijn sporen nagelaten. Zo werden in de bossen in Ospel dennen gekapt die gebruikt werden voor het herstellen van de daken van de kapot geschoten boerderijen. Ze liepen met gevaar voor eigen leven tussen de granaten door om bij de dennen te komen.”

De eerste grote opdracht kwam in 1952: de bouw van 860 woningen in Maastricht, compleet met wegen en riolering. Op de vraag waarom men voor Wilma koos, denkt Fred even na. “Er werkten natuurlijk echte vaklieden. Het bouwplaatspersoneel kreeg bijscholing, zodat ze hun vak verstonden. Ook was het belangrijk dat naast de vakbekwaamheid ook de juiste man op de juiste plek werkte. Dat voelde mijn vader feilloos aan.”

In 1963 had Wilma al bijna 1500 mensen in dienst. Opdrachtgevers kregen steeds meer vertrouwen en Wilma durfde risico’s te nemen. “Het bedrijf pakte alles aan, wat het ook was. Kerken, sloopwerk, bospaden, laag- en hoogbouwwoningen. De klanten waren voornamelijk woningbouwverenigingen en overheidsinstellingen.”

Kenmerkend was dat Wilma niet afhankelijk wilde zijn van andere bedrijven. “Veel steenfabrieken langs de Maas waren in de oorlog gebombardeerd. Dus werd er een eigen steenfabriek opgericht in Meijel. In Maastricht stond een eigen betonfabriek, waar onder meer rioolbuizen, tegels en opsluitbanden werden gemaakt. In de betonfabrieken in Geleen en Weert werden vloerblokken, balken en betonelementen gemaakt.”

In de jaren zestig was de woningnood hoog. Er moest snel en veel gebouwd worden. “De regering en gemeenten bleven maar druk uitoefenen. De overheid stimuleerde industrieel bouwen vanwege de prijs en snelheid. Dat kon Wilma als geen ander.”

Verschil van inzicht
In 1967 kregen de grondleggers van het bedrijf een verschil van inzicht: Harrie wilde uitbreiden en Henk koos juist voor stabilisatie. “Dat leidde ertoe dat ze de boel hebben laten taxeren en de bedrijven werden opgesplitst. Ze gingen ieder hun eigen weg. Harrie koos voor het bouwbedrijf en Henk kreeg de toeleveringsbedrijven. Machinefabriek WBM in Stramproy is op dit moment nog in het bezit van de familie Willemsen.”

Na het uit elkaar gaan werd over het hele land een netwerk van bouwbedrijven opgezet, van Maastricht tot Groningen. “Toen het aantal opdrachten terugliep, stak Harrie veel privégeld in het bedrijf. Hij verhoogde de omzet door in te zetten op projectontwikkeling. Het voor eigen rekening bouwen, bracht ook veel risico’s met zich mee. Daar was Henk voorheen geen voorstander van. Maar Harrie vond stilstand achteruitgang. Door de scheiding heeft hij het bedrijf kunnen laten groeien tot een internationaal bedrijf met meerdere vestigingen in Nederland, Duitsland, België en de Verenigde Staten.”

Familiebedrijf
Ook de gezinssamenstelling speelde hierin een rol. “Henk had maar één zoon en vier dochters. Harrie had vier zonen en twee dochters. Zelf kwam ik in 1975 in het bedrijf. Ik trad aan op de bouwplaats in Helmond als organisatiemedewerker. Mijn broer Luud werkte er toen al iets langer. En dat was hard nodig, toen mijn vader in 1977 overleed. Er was geen familie meer in de directie. Op dat moment studeerden Rob en Paul nog. Luud nam de taak van mijn vader als voorzitter van de Raad van Bestuur over. Daardoor was de continuïteit weliswaar verzekerd, maar je bent een familiebedrijf. De familie geeft sturing.”

De boers en zussen Luud, Fred, Rob, Paul, Cécile en Karin vormen de erfgenamen van het familiebedrijf. “Maar bij de Wilma-activiteiten waren alleen de zonen betrokken. Mijn zussen waren wel aanwezig bij de aandeelhoudersvergaderingen.”

Weert
Wilma heeft veel betekend voor Weert. Zo heeft het bouwbedrijf een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de stadskern. “Er is zo ongelofelijk veel gebouwd. Onder meer honderd woningen in de Stegelstraat, ruim tweehonderd woningen in de Sint Jozefl aan, Drukkerij Smeets, het politiebureau en het voormalige stadhuis in de Beekstraat. Ook heeft Wilma in 1959 de toren van de Sint Martinuskerk hersteld die tijdens een najaarsstorm in 1940 naar beneden was gestort.”

Als de baas goed is voor de mensen, dan zijn de mensen goed voor de baas. Dat was het uitgangspunt van Harrie Maas. Hij voerde dan ook een verstandig, sociaal beleid. In 1958 werd bij Wilma een ontspanningsvereniging opgericht, waarvoor ook een verenigingsgebouw werd neergezet met tennisbanen. Er volgend ook een carnavalsvereniging, een voetbaltoernooi en een mannenkoor. Als persoonlijke bijdrage schonk hij de gebrandschilderde ramen voor de Sint Franciscuskerk op de Biest in Weert. Bovendien was hij voorzitter van Kerkelijke Harmonie St.-Joseph 1880.

Wilma heeft bovendien gezorgd voor de nodige arbeidsplaatsen in Weert waardoor de werkloosheid daalde. Op het hoogtepunt, in de jaren tachtig, werkten er ruim 4.500 mensen in vaste dienst. Nog eens 15.000 werkten in onderaanneming.

Fusies
Fred bekleedde verschillende functie binnen het bedrijf. “Na een studie aan de TU Delft en de militaire dienst begon ik dus op de bouwplaats. Ik heb ervaring opgedaan op diverse afdelingen zoals calculatie en planvoorbereiding en werd in 1980 adjunct-directeur van Wilma Weert en in 1987 directeur van Wilma Nederland.”

In 1997 volgde een aankondiging dat het familiebedrijf Wilma met het beursgenoteerde BAM tot BAM Wilma zou fuseren. Maar deze fusie, die een bedrijf met 6500 medewerkers zou opleveren, ging niet door. In 1998 ging Wilma samen met NBM-Amstelland, dat zich vooral gespecialiseerd had op de vervaardiging van bouwmaterialen. Men hoopte aldus tot een goede synergie te komen. Het nieuwe bedrijf had 9636 werknemers in dienst. “Het samenvoegen van de bedrijven gaf problemen voor werknemers. Verschillende functies waren dubbel, dus moesten er mensen uit. Dat is allemaal geregeld in de twee laatste jaren dat ik werkzaam was.”

NBM-Amstelland werd echter al spoedig gesplitst en aldus werd Wilma in 2000 alsnog onderdeel van de Koninklijke BAM Groep. Het grote hoofdkantoor in Weert werd in 2005 gesloopt. Het nieuwe kantoor van BAM Woningbouw Wilma Weert werd in 2005 in gebruik genomen en op 1 januari 2009 werd de naam veranderd in BAM Woningbouw Weert.

Wilma anno nu
Wilma Duitsland (Immobilien) kwam in 2003 onder leiding te staan van Frank Maas, kleinzoon van Harrie en zoon van Luud. De firma is uitgegroeid tot een top-3-speler in de Duitse woningontwikkeling en focust zich op de regio’s Noordrijn-Westfalen, het Rijn-Maingebied en Baden-Württemberg. In Nederland is Wilma onder de noemer Wilma Wonen sinds 2016 weer actief. De focus ligt op de ontwikkelling van woningen in stedelijke gebieden, van kleinschalige projecten tot woontorens. Ook heeft Wilma inmiddels vestigingen in België en Spanje.

Met dank aan Hennie van den Heurik

Het bericht Wilma was de grootste woningbouwer van Nederland verscheen eerst op MLA Stories.

Bedrijven zijn op zoek naar locaties om hun ambities waar te maken. Hierbij speelt duurzaamheid een grote rol, maar zeker ook zichtbaarheid en bereikbaarheid. Naast de verkoop van bestaande kavels door de gemeente is er ook een goede opname van bestaande locaties.

Ontwikkelingen
Dat is te zien op bedrijventerrein De Kempen. Lister Buildings heeft eind vorig jaar het pand van IQ Woningen gekocht en gaat hier duurzame woningen fabriceren. Moonen Packaging heeft onlangs de sleutel van het nieuwe pand aan de Oude Graaf in ontvangst genomen. Beide ontwikkelingen zijn goed voor maar liefst 7,5 hectare. Uniteq heeft op De Kempen een toonaangevend pand gerealiseerd waarin ambitie en groei tot uiting komen.

Trend zet door
Op Kampershoek I heeft de gemeente het laatste kavel verkocht aan Multitube Engineering. Ook Pro-Light, Signatanks en Driessen Vastgoed hebben geïnvesteerd in nieuwe bedrijfslocaties. De positieve trend zet door, zo blijkt uit de opties die de gemeente in overgang naar 2020 heeft verstrekt. Het wordt weliswaar een steeds grotere opgave om een goede match te maken tussen het bestaande kavelaanbod en de marktvraag, maar die opgave gaat de gemeente telkens met gedrevenheid aan.

Bedrijven met een huisvestigingsopgave zijn zeer welkom bij de gemeente Weert. Heeft u belangstelling? Neem dan rechtstreeks contact op met Mathieu Dolders via 06-27 169 245 of [email protected].

Het bericht Bedrijven investeren in nieuwe locaties verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

De deelnemers namen vrijdag 17 januari plaats aan de spreektafel, tijdens de netwerkmeeting in de Paterskerk in Weert. De monumentale kerk uit 1461 heeft de tand destijds doorstaan. Er wordt niet alleen al meer dan 550 jaar gebeden, tegenwoordig doet de kerk ook dienst als evenementenlocatie. Dat had geen pater eeuwen geleden kunnen bevroeden.

Stand van Weert
Eeuwen vooruitkijken is dan ook onmogelijk, zelfs een jaar is lastig. Ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op en niemand heeft een glazen bol. “Er kan veel veranderen in een paar jaar tijd”, zegt wethouder Martijn van den Heuvel (Economische Zaken) van de gemeente Weert.

Anders dan bijvoorbeeld vijf jaar geleden gaat het anno 2020 financieel een stuk beter. Van den Heuvel: “Er is sprake van een stijging van verkoop van gronden, er is meer groei in de wijken en we hebben onze 50.000e inwoner mogen verwelkomen. Nieuwbouwwijken blijven groeien, er ontstaat meer werkgelegenheid en grote investeerders tonen interesse in Weert vanwege de ligging en de ontwikkeling van bedrijventerreinen.”

Lister Buildings is daar een voorbeeld van. Het bedrijf investeert 50 miljoen euro om op bedrijventerrein De Kempen jaarlijks duizend duurzame houten woningen te gaan produceren. “We staan aan de vooravond van een materiaal- en energietransitie”, zegt CEO Stefan van den Brink. “De komende tien jaar zullen steeds meer woningen van hout gebouwd worden. Hout is het meest duurzame, circulaire bouwmateriaal dat beschikbaar is.”

Duurzaam bouwen
Als het over de toekomst gaat, lijkt bouwen in hout juist terug te gaan in de tijd. Hoewel het eeuwenlang de standaard was, kreeg het de afgelopen tweehonderd jaar een slechte naam. Hout vergde veel onderhoud, was brandgevaarlijk en gehorig.

Van den Brink: “Hout is een sterk materiaal. Neem het houten tongewelf van deze kerk. Dat gaat ook al eeuwen mee. Dankzij een innovatieve manier van houtbewerking en verbeterde houtverbinding, het zogeheten cross laminated timber (kruislaaghout), heeft hout tegenwoordig een draagkracht die zich kan meten met beton.”

Het grote voordeel van hout ten opzichte van beton en staal is dat het zorgt voor minder uitstoot van CO2 en stikstof. “Beton en staal moeten gefabriceerd worden. Daar is energie voor nodig. Bovendien is het niet geschikt voor hergebruik. Hout is dat wel. Het groeit op zonne-energie en neemt ook nog eens CO2 op. Doordat de woningen voor een groot deel in de productiehal gemaakt worden, zijn er minder bewegingen naar de bouwplaats. De uitstoot op de bouwplaats is daardoor gering waardoor er ook een bijdrage geleverd wordt in het omlaag brengen van de stikstofuitstoot.”

Internationale werknemers
Met deze ontwikkeling wordt invulling gegeven aan de Weerter ambitie van een circulaire economie. Daarbij wordt er volop werkgelegenheid gecreëerd. Wanneer het bedrijf op volle toeren draait, zijn er tweehonderd medewerkers nodig. Monique Princen, voorzitter van MKB-Limburg, spreekt veel met ondernemers over de arbeidsmarkt.

Vooral nu de vergrijzing hard toetreedt, lijkt er voorlopig geen einde te komen aan de krapte op de arbeidsmarkt. Princen: “De komende jaren loopt in Limburg het personeelstekort op tot tienduizend arbeidskrachten. Dit lukt niet alleen met Limburgse werknemers. Werknemers uit het buitenland zijn een onmisbare schakel geworden. Het is een belangrijke groep die zich thuis moet voelen in Limburg. We moeten dus een klimaat scheppen waarbij ze zich welkom voelen.”

Het interview voor dit artikel vond plaats voor de uitbraak van het coronavirus in Nederland. Het kan zijn dat bepaalde passages niet aansluiten bij de actuele ontwikkelingen.

Het bericht Hoe ziet Weert eruit over tien jaar? verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

Op verschillende plekken wordt hard gewerkt aan de realisatie van woningen. Zo verrijst aan de Werthaboulevard en in Laarveld nieuwbouw, is men in Leuken gestart met de bouw van zestien volledig houten woningen en in centrum van Weert worden commerciële panden getransformeerd naar woningen. Ook buiten de stad, in het kerkdorp Swartbroek, wordt gebouwd: daar komen twaalf starters- en levensloopbestendige huizen.

Tempo houden
De woningbouw staat hoog op de politieke agenda. Zowel landelijk als bij de gemeenten. In het coalitieprogramma van het college van B&W van Weert zijn duidelijke afspraken gemaakt: bouwen op basis van behoefte en tempo houden. Net als in veel plaatsen in Nederland is er ook hier een groot tekort aan woningen. “De druk op de markt is hoog”, zegt wethouder Wendy van Eijk (Volkshuisvesting). “Er staan relatief weinig woningen te koop, de wachttijden voor een sociale huurwoning lopen op en ook in de vrije sector is er een tekort aan huurwoningen. Een project als Park Zuytwillemsvaert is een mooi voorbeeld van een ontwikkeling die hierop inspeelt. Van de ruim tweehonderd woningen is een groot deel beschikbaar voor huurders.”

Dat het tempo er goed in zit, bewijzen de cijfers. Er zijn in Weert vorig jaar maar liefst 204 woningen opgeleverd, tegenover 150 woningen in 2018. De stijgende lijn krijgt een vervolg: per 1 januari 2020 zijn er meer dan driehonderd woningen in aanbouw. Prognoses zijn leidend bij de bouwontwikkelingen. “Die prognoses worden jaarlijks bijgesteld. De groei is keer op keer groter dan voorgaande jaren en de krimp gaat langzamer dan eerder was voorzien. De top van het aantal huishoudens is voorzien in 2032. Een belangrijke ontwikkeling is de groei van Eindhoven. De regio groeit in economische zin sneller dan de rest van het land. Het woningtekort is groot en daarom zoeken steeds meer mensen die in Eindhoven werken een woning in bijvoorbeeld Weert.”

Op basis van behoefte
De structuurvisie Wonen Midden-Limburg geeft niet alleen weer hoeveel woningen er moeten komen, maar ook de kwaliteit die nodig is. “Het aantal jongeren daalt en er komen relatief meer ouderen bij. De belangrijkste opgave is het afstemmen van de planvoorraad op de lokale behoefte. Nieuwbouw dient zoveel mogelijk levensloopbestendig te worden gedaan.”

Als woonwethouder is Van Eijk er voor alle inwoners. “De ambitie is om voldoende woningen voor elke doelgroep te hebben. Ouderen, starters, arbeidsmigranten, studenten, woonwagenbewoners, noem het maar op. Om het bereik voor starters te vergroten, hebben we de starterslening verhoogd van 185.000 euro naar 225.000 euro. Ook kijken we naar tijdelijke woningen. Daar komt nog wel eens kritiek op, maar ik vind het een goede tussenoplossing om de druk tot 2032 te verlichten.”

Ook wonen met zorg krijgt de komende jaren meer aandacht. “Het gat tussen het thuis blijven wonen en de zware intramurale zorg is groot. “We zetten daarom in op zelfstandig wonen met zorg in de buurt. Vorig jaar is het Zorgplein Martinus opgeleverd, dat bestaat uit negen nieuwe woongroepen van in totaal 72 plaatsen, als ook onder meer ruimten voor dagbehandeling, centrale ontmoetingsvoorzieningen, revalidatiekamers en een behandelcentrum.”

Het hebben van al die woningbouwplannen is mooi, maar het belangrijkste is dat de woningen ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Van Eijk: “Met de herziening van bestemmingsplannen wordt onbenutte planvoorraad geschrapt. Hiermee creëren we ruimte voor nieuwe plannen die in de behoefte voorzien.”

Duurzaamheid
Er is ook aandacht voor variatie in diverse woonstijlen en duurzaamheid. De gemeente Weert heeft de ambitie om in 2040 energieneutraal te zijn. “De bouw van energie neutrale woningen helpt bij het verwezenlijken van die doelstelling”, zegt wethouder Geert Gabriëls (Duurzaamheid). “De woningen bij Laarveld fase 3 en 4 zijn gasvrij. De bestaande woningen in Weert dienen eerst aardgasvrij-proof te worden gemaakt.”

Zo moeten bijvoorbeeld eerst de muren geïsoleerd worden en lampen vervangen worden door LED-verlichting. “Het heeft geen zin om van het gas af te gaan, als de basis ontbreekt. De energiecoaches van Warm Wonen Weert helpen inwoners bij het in kaart brengen van maatregelen. De coaches lopen samen met inwoners door de woning en kijken welke energiebesparende maatregelen genomen kunnen worden. Soms kan dat al iets simpels zijn als een lamp vervangen. Enerzijds bespaart men daar geld mee, anderzijds is het noodzakelijk omdat we te maken hebben met klimaatveranderingen en daarop in moeten spelen. Die bewustwording begint door het nemen van energiebesparende maatregelen en moet ertoe leiden dat we uiteindelijk ook van het gas af gaan. Hierbij streven we ernaar om verduurzaming voor iedereen betaalbaar te houden.”

Als het over duurzaam wonen gaat, mogen de houten woningen niet onopgemerkt blijven. Van Eijk: “Bouwen met hout is in opkomst. De woningen Leuken zijn uniek, omdat ze geen toegevoegde stoffen bevatten. Zelfs geen lijm. Het hout is afkomstig uit het Duitse Zwarte Woud. De woningen vormen voor Wonen Limburg en de gemeente Weert een pilot. Er zijn al verschillende delegaties op bezoek gekomen om deze ontwikkeling van dichtbij te bekijken.”

Het bericht Ambitieus woningbouwplan werpt vruchten af verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

Wie tegelijkertijd de duurzaamheid wil verhogen en een fikse energiebesparing wil bewerkstelligen, kiest voor VDS Solar Systems. Zonne-energiesystemen zijn niet alleen goed voor het milieu, maar bovendien een slimme investering. “Om die reden kiezen veel ondernemers, organisaties en particulieren voor onze duurzame energieoplossingen”, zegt Frank van der Sanden, die samen met zijn vrouw Helmie eigenaar is. “Het is een eenmalige investering met een korte terugverdientijd en levensduur van minstens tientallen jaren. Zeker omdat dit jaar de fi scale voordelen voor ondernemers extra groot zijn, is het interessant om een bedrijfspand te verduurzamen.”

Met meer dan vijftien jaar ervaring is VDS Solar Systems uitgegroeid tot dé zonne-energiespecialist van de regio. Begonnen met een kantoor aan huis en extern magazijn breidde het familiebedrijf de diensten uit naar fullservice. Frank: “We kiezen altijd voor een gestructureerde groei, zodat we onze kwaliteit en service kunnen blijven bieden.”

Inloopmiddag op vrijdag
Het bedrijf groeide uit zijn jasje en besloot nieuwbouw te plegen. “Omdat we bekend staan om onze service, wilden we in de regio blijven. We werken in een straal van vijftig kilometer rond Weert en zijn dus altijd dichtbij. Per toeval kwam dit mooie stuk grond op ons pad, gelegen aan de overkant van de Zuid-Willemsvaart met uitzicht op ons woonhuis.”

Het bedrijfspand is een toonbeeld van duurzaamheid en dankzij een compleet zonne-energiesysteem met warmtepomp volledig energieneutraal. Op de parkeerplaats staan vier laadpalen. Het twee etages tellende gebouw heeft een totale vloeroppervlakte van bijna duizend vierkante meter. Men kan het dakterras annex showroom bezoeken. Elke vrijdag na 13.00 uur is er een inloopmiddag.

Topkwaliteit en service
VDS Solar Systems is groot geworden door trouw te blijven aan de kernwaarden: topkwaliteit en service. De tweede generatie is inmiddels al enkele jaren actief binnen het bedrijf: Rick en Mancha Kessels-Van der Sanden. “Allebei hebben we het vak geleerd in de praktijk”, zegt Mancha. “Dat is op het dak. Een hele tijd hebben we meegelopen met onze installateurs en zonnepanelen gelegd. Daar leer je enorm veel van.”

Tegenwoordig is Mancha als office manager het centrale aanspreekpunt voor alle klanten. Rick is bedrijfsleider en leidt de projecten, stuurt de medewerkers aan en doet de inkoop. “Ze zullen het bedrijf op termijn overnemen”, zegt Frank. “Het voordeel voor onze klanten is dat we daarmee garantie bieden voor de toekomst.”

Zakelijk
Momenteel heeft VDS Solar Systems circa 1100 projecten lopen met SolarEdge. SolarEdge is wereldmarktleider op het gebied van smart energy technologie. Rick: “Voor de samenwerking, waarin we meer dan duizend systemen hebben mogen installeren, ontvingen we eind vorig jaar de SolarEdge Loyalty Award. Het zijn uiteenlopende projecten, van acht panelen tot 4500 panelen.”

VDS Solar Systems bedient zowel de zakelijke als de particuliere markt. Frank: “We doen veel voor de agrarische sector en grootzakelijke markt. Agrariërs beschikken vaak over grote daken en leggen die vol met panelen. Ze maken daarbij gebruik van de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+). Dat is een vergoeding per kilowattuur voor een periode van vijftien jaar, bedoeld voor elektriciteitsaansluitingen groter dan drie keer tachtig ampère.”

Advies over subsidie
De overheid heeft een budget beschikbaar gesteld om energiezuinige investeringen te stimuleren. Als fullservice bedrijf adviseert VDS Solar Systems ook over de subsidiemogelijkheden. Rick: “Niet alleen agrariërs en grootindustrie, maar ook het MKB kan gebruik maken van de fiscale voordelen. De Energie-investeringsaftrek (EIA) is er voor bedrijven met een kleinverbruik aansluiting, dus drie keer tachtig ampère en kleiner.” Het MKB is op dit moment de hardst groeiend markt voor VDS Solar Systems. Frank: “Juist nu is het interessant voor het MKB om een zonne-energiesysteem aan te laten leggen. Dit jaar mogen ondernemers eenmalig 45 procent van de totale investeringskosten aftrekken van hun fiscale winst.”

Fullservice
De ontwikkelingen gaan snel. De zonnepanelen van vandaag de dag hebben een terugverdientijd van vier tot vijf jaar. Mancha: “Ook zijn er steeds meer aanpalende producten waardoor je de kosten omlaag kunt brengen zoals infraroodverwarming. Denk ook aan warmtepompen. We werken samen met partners die warmtepompen installeren.” Door de uitgebreide dienstverlening adviseert VDS Solar Systems over de mogelijkheden, maakt vervolgens een plan op maat, geeft een inzichtelijk beeld van de kostenbesparing aan de hand van grafieken, verzorgt de installatie en zorgt voor monitoring van het verbruik.

Particulieren
Ook particulieren zien de voordelen van zonne-energiesystemen. Nagenoeg elk dak is geschikt om er zonnepanelen op te leggen. Frank: “De panelen zijn tegenwoordig zeer licht. Zelfs op een plat dak is het mogelijk. Wat nog belangrijk is om te benoemen, is dat we assisteren met de BTW-teruggave. Dat is vrij complex, dus hebben we dit opgenomen binnen onze dienstverlening.”

Het bericht Fullservice specialist in zonne-energiesystemen voor bedrijven en particulieren verscheen eerst op MLA Stories.

“We kenden Hostellerie Munten, omdat mijn vader Bert Renders, 45 jaar voor de familie Munten heeft gewerkt”, zegt gastheer Rick. “Ik heb als kind in Weert gewoond, mijn wieg stond zo ongeveer in de keuken van Hotel Jan van der Croon en ik speelde op de kegelbanen.”

Hostellerie Munten ligt met zijn karakteristieke façade in het stadshart van Weert en is een begrip in Midden-Limburg. “We hebben de naam bewust niet veranderd”, zo legt gastvrouw Saadia uit. “Er is een basis gelegd, iedereen kent de familie Munten. Daar bouwen we op verder. Natuurlijk leggen we onze eigen accenten. Zo proberen we altijd iets extra’s te doen om te zorgen voor een onvergetelijke avond. Dit start al bij de ontvangst van gasten. De eerste indruk telt, we willen dat de gasten zich speciaal en welkom voelen.”

Volgens Rick is dat niet overal het geval. “Hiermee maken we het verschil. We leggen de gasten echt in de watten. Vervolgens serveren we heerlijke klassieke en pure gerechten, begeleid door prachtige wijnen. Het keukenteam is uitgebreid. We hebben twee vaste, gepassioneerde chefkoks. Het keukenteam is uitgebreid en perfect op elkaar ingespeeld waardoor we de gerechten naar een topniveau hebben weten te brengen. We proberen zoveel mogelijk met verse lokale producten te werken, van boer tot bord.”

Saadia: “Nu het voorjaar eraan komt, serveren we uiteraard het regionale witte goud. We werken graag met seizoensgerechten en streekproducten. In de herfst gebruiken we pompoen en kopen we lokaal gemaakte kazen. De groente komt van een groenteboer die begrijpt wat groente is. Een groentejuwelier kan je het beter noemen.”

Twintig open (top)wijnen
Rick heeft een opleiding tot sommelier genoten. “Ik heb een passie voor wijn en ben register vinoloog van de Nederlandse Wijnacademie. Ik maak graag wijnreizen. In ons assortiment vind je dan ook een combinatie van internationale en regionale wijnen. We bieden onze gasten een keuze uit twintig verschillende open wijnen.”

Dat geeft gasten de gelegenheid een groot aantal verschillende wijnen te proeven. Uiteraard voorziet Rick de gasten van advies bij de keuze, zodat elke lunch of diner tot een complete ervaring wordt gemaakt. Met de betere wijnhuizen van Nederland en België in de buurt, brengt Hostellerie Munten ook wijnen uit eigen streek onder de aandacht. “We gaan Limburgse wijn-spijsavonden organiseren. In het huidige eetcafé krijgen wijnen in de toekomst een prominentere rol.”

Hostellerie Munten krijgt in het voorjaar een frissere uitstraling, het pand wordt zandkleurig geschilderd. Het terras aan de voorkant van het pand wordt uitgebreid. De intieme stadstuin wordt uitgebreid met een buitenbar.

Zakelijke evenementen en incentives
Van de lokale zakelijke en internationale markt: de doelgroep is zeer gevarieerd. Het totaalconcept van eten, overnachten, vergaderen en feesten zorgt ervoor dat elke wens invulling krijg. Rick: “We zijn doordeweeks de gehele dag geopend voor zakelijke meetings. Onze ruimtes zijn multifunctioneel inzetbaar en klimaat gestuurd. Uiteraard met als aanvullingen de culinaire versnaperingen die onze kwaliteitskeuken te bieden heeft. We maken zakelijke arrangementen op maat, want iedere wens is anders. Daar spelen we op in. We kunnen een breed aanbod doen in aantallen gasten en type bijeenkomsten. Hierbij hebben we de mogelijkheid om gebruik te maken van het Munttheater (tot 500 personen). Bedrijfscatering op locatie behoort ook tot de diensten van Hostellerie Munten. Van een broodjeslunch tot walking diner of een uitgebreid personeelsfeest.”

Het bericht Proef de seizoenen bij Hostellerie Munten verscheen eerst op MLA Stories.

Gaby Croonen (1973) heeft in 2003 de trendy en eigenzinnige damesmodezaak overgenomen, die haar ouders in 1974 hebben opgestart. Anne Belle Mode is ruim 25 jaar gevestigd in het voormalige monumentale woonhuis van edelsmid Camille Esser. Jong en oud krijgt een persoonlijk, passend (kleur)advies, de modezaak is dan ook al bijna vijftig jaar een begrip in Weert.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Tessa Geelen (1987) is sinds 2018 wethouder van de gemeente Weert en heeft Sport, Leefbaarheid, Communicatie en Burgerparticipatie in haar portefeuille. Voor haar job als wethouder was ze mede-eigenaar van De Communicatiecoach. Als wethouder heeft ze de hele week afspraken. Ze vindt dat haar kleding een nonchalant chique of sportief chique uitstraling moet hebben. Tessa winkelt graag in Weert en vindt de Maasstraat een van de mooiste winkelstraten.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Na het passen van de twee outfits reageert Geelen zeer enthousiast: “Ik vind de outfits zeer geslaagd, ik zou ze zelf zeker kopen en ben verrast door de mooie en authentieke ambiance van Anne Belle Mode, bijzondere en exclusieve merken en eigenzinnige stijl van Gaby Croonen.”

Het bericht Wethouder Tessa Geelen gestyled bij Anne Belle Mode verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

Sinds twee jaar is Roger Gubbels actief als accountmanager voor Zuidlease. Zijn werkgebied strekt zich uit van grofweg Weert en Roermond tot Maasbracht. “We hebben een grote regionale betrokkenheid en zijn altijd in de buurt. De relaties waarderen de korte lijnen.”

Mobiliteit
Zuidlease is uitgegroeid tot dé leasemaatschappij van het zuiden. De kracht schuilt in maatwerk. “Er is een verschuiving gaande als het gaat om mobiliteit. Waar het jaren geleden voornamelijk ging om de vraag van een lease-auto, brengen we vandaag de dag steeds vaker het totaalplaatje in kaart. Waar heeft een ondernemer precies behoefte aan als het gaat om mobiliteit? Hoe zit het met carpoolen, openbaar vervoer, dat soort zaken.”

Zo ontstaat er een mobiliteitsplan op maat. “Uiteraard hebben we ook een standaard lease-aanbod, maar we zoeken daarnaast, waar nodig, samen naar een gewenste oplossing waardoor we voor een bedrijf tijd en kosten kunnen besparen door op een slimme manier mobiliteit in te zetten.”

Om de klanten van auto’s te voorzien, wordt samengewerkt met meerdere dealers in de regio. Zuidlease opereert daarin volledig onafhankelijk. “Doordat we niet gebonden zijn aan dealers, zitten we aan dezelfde kant van de tafel als onze opdrachtgever. Het biedt ons meer ruimte om een optimale invulling te geven aan de mobiliteitswens.”

Flexibiliteit
Zuidlease biedt maatwerk in mobiliteit voor élke ondernemer. “Dat vergt flexibiliteit. Je zal ons niet zozeer naar de algemene voorwaarden zien verwijzen. We handelen in de geest van het contract, dat is onze visie. Dat biedt ruimte. Zo proberen we altijd naar tussenoplossingen te vinden door ‘out of the box’ te denken.”

Er zijn namelijk zoveel situaties denkbaar die niet omschreven staan. Gubbels geeft een voorbeeld. “Stel, een ondernemer wil vroegtijdig wisselen van auto. Dan kijken we of het mogelijk is om de auto tijdelijk ergens anders onder te brengen. We grijpen alle middelen aan om de vraag van de klant te beantwoorden.”

Het draait bij Zuidlease om de beste service. “We hebben de inkoopkracht van een landelijke organisatie, waardoor we concurrerende prijzen aanbieden. In tegenstelling tot landelijke leasemaatschappijen zijn we altijd dichtbij. Als een ondernemer op zondagavond bedenkt dat hij de volgende dag een auto nodig heeft, zijn we op dat moment bereikbaar om mee te denken en direct actie te ondernemen.”

Het bericht Zuidlease biedt Midden-Limburg maatwerk in mobiliteit verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

De deelnemers van het rondetafelgesprek treffen elkaar bij restaurant Flavours in Weert. Om de huidige situatie in perspectief te plaatsen, blikken ze kort terug op de afgelopen crisisjaren. “Je ziet dat er met name door de lage rentestanden veel meer vraag is naar kooppanden dan huurpanden”, zegt Maarten Kirkels (Hermans Bedrijfsmakelaars). “In de crisisjaren was dat omgekeerd. Toen kregen ondernemers geen financiering bij de bank en was men onzeker over hoe de onderneming ging draaien. Dus kozen ze eerder voor huur.”

Paul Derckx (Derckx), die bedrijfspanden ontwerpt en bouwt, beaamt dat. “Mede gedreven door de rentestand, is kopen populair. Anderzijds zijn banken ook gewilliger om een financiering te verstrekken. De deur staat weer open.” Ze constateren dat ondernemers in de crisisjaren een spaarpotje hebben opgebouwd. Jeanpaul Spitters (Spitters Vastgoed): “Alles ging weliswaar heel voorzichtig, maar er is wel rendement gemaakt. Die winsten zijn opgepot in de crisis of men heeft de schuld afgebouwd.”

Bedrijfsruimte gezocht
Momenteel willen ondernemers of bedrijfspand aankopen of nieuwbouw plegen. Kijkend naar de bedrijfsruimtemarkt wordt opgemerkt dat er een mismatch gaande is. Beleggers bieden panden te huur aan, maar ondernemers willen juist vastgoed verwerven. In Weert zijn de opties daartoe beperkt: zowel binnen nieuwbouw als bestaand vastgoed. Met name de groep ondernemers die geen vestiging in een bedrijvenverzamelgebouw wil, maar het vizier gericht heeft op een kooppand van iets beperktere omvang, kan moeilijk slagen.

De uitgeefbare gronden liggen binnen Weert voornamelijk in Leuken en Kampershoek 2.0. Maar juist daar wringt de schoen volgens de makelaars. Leuken heeft een minder goede ontsluiting en de kavels van Kampershoek 2.0 zijn relatief groot. Derckx plaatst kanttekeningen bij de ontwikkeling van Kampershoek 2.0. “Daar wordt een logistieke campus ontwikkeld van zo’n 200.000 vierkante meter. Hebben we daar als regio ook de juiste arbeidskrachten voor? Als deze buiten de regio geworven dienen te worden, bijvoorbeeld in de vorm van arbeidsmigranten, kan dit spanning opleveren binnen de driehoek wonen-werken-recreëren. Als medewerkers geen binding hebben, investeren ze ook minder in de lokale economie en gemeenschap. Bovendien zijn we een MKB-gemeente, dus moet je aanbod van bedrijfskavels hier ook op afgestemd zijn.”

Mathieu Dolders (Acquisitie & Projectmanagement gemeente Weert) begrijpt het standpunt, maar vindt tegelijkertijd dat de ontwikkelingen op Kampershoek 2.0 een aanzuigende werking hebben. “Het is nu nog braakliggend terrein, maar Groep Heylen is grond bouwrijp aan het maken. Als daar straks een campus verrijst en ook het Van der Valk-hotel gerealiseerd is, krijgt de stad een heel ander karakter. Het geeft een impuls. Jarenlang hebben we op Kampershoek 2.0 ingezet op modern gemengd, maar dat kwam niet van de grond. Logistiek heeft de toekomst, maar we moeten geen Venlo worden. In de slipstream van deze eenmalige groeistuip moet ook het MKB kunnen groeien. De volgende stap is dan ook het bedienen van de reeds in Weert gevestigde bedrijven. Overigens hebben logistieke bedrijven bewezen zich te kunnen wortelen.”

Regionaal
Niet alleen in Weert, ook aan de andere kant van de A2, in Nederweert, gaat het hard. Eind vorig jaar werd de laatste kavel van bedrijvenpark Pannenweg II verkocht. Ook zijn de hallen gevuld. Derckx bouwde in opdracht van Spitters Vastgoed achttien nieuwe energieneutrale hallen op het bedrijventerrein. Spitters: “Zestien van de achttien panden zijn verhuurd. Het is enorm snel gegaan. We moeten nu al ‘nee’ verkopen. Wat we zien is, dat veel bedrijven uit de regio Eindhoven een hal huren. Ze zien Weert als de poort van Limburg met een prima ontsluiting zowel richting het noorden als zuiden.”

De vraag naar meer bouwgrond speelt niet alleen in Weert. Daarom zijn potentiële uitbreidingslocaties op Midden-Limburgse schaal in kaart gebracht. Dolders: “Er ligt een rapport klaar waarin wordt aangegeven dat er in Nederweert de meest geschikte gemeente is voor uitbreiding. Wat mij betreft zou daarmee gestart mogen worden. Je moet geen concurrenten zijn van elkaar, maar regionaal denken. Maar de politiek heeft hiervoor nog geen standpunt ingenomen, ondanks het succes van Pannenweg II.”

Energielabels
In Weert zijn er nog wel locaties van derden beschikbaar, zoals het oude Philips-complex. Dat is gesloopt en het terrein is beschikbaar voor de markt. Dat geldt ook voor de voormalige Verkadefabriek. Ondernemers die in de regio willen blijven, zijn dus genoodzaakt naar bestaand vastgoed te kijken. Kirkels: “Hierbij speelt dat veel panden een upgrade nodig hebben. Qua look-and-feel, maar ook op het gebied van energiemaatregelen. In 2023 moeten alle kantoorpanden in Nederland minimaal energielabel C hebben. Dat is een uitdaging. Veel gebouwen voldoen hier nog niet aan.”

Zeker in de huurmarkt leidt het tot problemen, zo vervolgt Kirkels. “Als het pand al onder handen is genomen en voldoet aan de eisen ten aanzien van duurzaamheid en het pand heeft het juiste energielabel, vindt men het goed. Maar stel, je huurt nu voor honderd euro per vierkante meter en door de investering ga je honderddertig euro per vierkante meter betalen. Dan willen veel ondernemers niet. Hoewel een hogere huur resulteert in lagere exploitatiekosten, zijn ze daar vaak niet toe bereid.”

Cirkel groter maken
Als gevolg van de schaarste aan kavels en bedrijfspanden maken Hermans Bedrijfsmakelaars, Spitters en Derckx maken de cirkel rond Weert wat groter. Derckx: “We zien veel potentie in Zuidoost-Brabant. We zijn een verbintenis met PSV aangegaan in de regio Eindhoven onderscheidend te kunnen zijn. Dat betekent uiteraard dat de kosten voor de baat gaan. We investeren nu om over drie jaar te kunnen oogsten.”

Spitters is ook actief in Noord-Brabant. “We hebben bijvoorbeeld twaalf panden in Nuenen. Daar kennen ze Derckx inmiddels ook. Ze kennen je van PSV. Dus het werkt wel.” De provinciegrens vervaagt steeds meer, merkt ook Kirkels. “We zakken meer af richting Echt, maar ook Brabant vlakken we niet af. Cranendonck en Heeze-Leende hebben mooie bedrijventerreinen. In de Brabantse dorpen in de omgeving van Weert kiest men niet snel voor een Eindhovense makelaar, maar kiezen voor lokaal. Daarom zijn we aan het kijken of we allianties kunnen aan gaan.”

Tot slot werpt Dolders de vraag op waar het volgende bedrijventerrein van Weert zou moeten komen te liggen en hoe dat eruit zou moeten zien. Derckx werpt een balletje op: “Bij voorkeur een regionaal bedrijventerrein, waarbij de samenwerking met Nederweert gezocht moet worden. Waar het komt te liggen? Als het maar goed bereikbaar is.” Kirkels stelt voor het terrein aan te leggen tussen de Kelperbrug en afslag Weert aan de A2. “Dan ben je de files in ieder geval voor. Groot of klein? Ik zou eerder gaan voor honderd hectare dan twintig hectare, maar het in uitgifte nog niet meenemen. Bereid het wel juridisch voor, maar ga het fasegewijs invullen. Maak de kavels behapbaar voor de MKB-ondernemers. Als we de groei van Kampershoek 2.0 hebben meegemaakt, kan het regionale MKB op een nieuw bedrijventerrein verder groeien.”

Het interview voor dit artikel vond plaats voor de uitbraak van het coronavirus in Nederland. Het kan zijn dat bepaalde passages niet aansluiten bij de actuele ontwikkelingen.

Het bericht Na groeistuip Kampershoek moet MKB in Weert kunnen groeien verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

Het is een titel die om uitleg vraagt. “Met mijn achternaam heeft het echter niets te maken”, zegt Emile Bruschinski er maar gelijk bij. “Ik heb weliswaar Russische voorouders, maar dat heeft geen enkele link. Voor mijn bedrijf ESEP, specialist in oplossingen voor de zuivering van afvalwater en de beheersing van waterstromen, kom ik regelmatig in het buitenland. Ik was wel eens in Letland geweest. Meer connectie had ik vooraf niet.”

Eretitel
De uitdaging kruiste bij toeval zijn pad. “Toen ik in Servië was, trof ik de honorair consul van Hongarije. Hij vertelde dat Letland een honorair consul zocht voor Brabant en Limburg. Of het misschien iets voor mij was. Het leek me een mooie uitdaging, maar ik wist weinig van het land.”

Hoe anders is dat nu. Hij spreekt de taal weliswaar niet, maar als een ware ambassadeur vertelt hij honderduit over het Baltische land met twee miljoen inwoners. “Ik had nooit de ambitie om dit te gaan doen. Ze kiezen vaak voor zakenmensen, omdat ze op zoek zijn naar mensen met de juiste contacten. Ik heb hier een vrij groot netwerk en ik vind het leuk om naast het ondernemerschap me op diplomatiek vlak te ontwikkelen.”

Kort door de bocht is een honorair consul een regionaal verlengstuk van de ambassadeur in Den Haag. In tegenstelling tot de ambassadeur wordt de honorair consul niet betaald. “Het is een eretitel. Ik ben dan ook geen lid van de overheid, maar ik val wel onder de verantwoordelijkheid van de Letse overheid. Er zijn in Nederland nog twee honorair consuls, in Amsterdam en in het noorden van Nederland.”

Contacten leggen
Bruschinski vertegenwoordigt als honorair consul de belangen van Letland. “Binnenkort begeleid ik bijvoorbeeld een inkomende handelsmissie. Een aantal Letse bedrijven komt een beurs voor maakindustrie bezoeken. Hopelijk kunnen ze met mijn hulp contacten leggen met bedrijven hier. Ze zijn geïnteresseerd in Brabant en Limburg vanwege de High Tech Campus en bedrijven als ASML, Philips, Nedcar, Trespa en DSM. Maar ik heb ook een lokaal bedrijf als Verkoelen Dakspecialisten in contact gebracht met een Letse bedrijf dat gespecialiseerd is in innovatieve oplossingen voor dakinspecties.”

Letland grenst aan Rusland, maar heeft het vizier op het westen gericht. “Het land heeft na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 een enorme inhaalslag gemaakt. Ze zijn gericht op het westen, zijn lid van de Europese Unie, betalen met de Euro en zijn lid van de NAVO. Op het gebied van digitalisering behoren Letland en Estland tot de top van Europa. Er wonen bovendien veel hoogopgeleide mensen.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Consulaat
Naast zijn rol als vertegenwoordiger van algemene en economische belangen, heeft Bruschinski ook een fysiek consulaat ingericht. Hoewel hij als honorair consul gemachtigd is om paspoorten en ID-documenten te verstrekken, gaat hij die dienst niet verlenen. “Omdat de ambassade in Den Haag relatief dichtbij ligt en goed bereikbaar is, stuur ik de verzoeken direct door. Verder kan men een beroep op mij doen als een Letse burger in Nederland met justitie in contact komt of bij een overlijdensgeval.”

Alles gebeurt volgens strikte protocollen, zoals gebruikelijk is in de diplomatieke wereld. “Het traject hiernaartoe heeft in totaal twee jaar geduurd. Inmiddels kan ik zeggen dat ik veel weet over Letland. Het grappige is dat ik mensen vaak nog moet uitleggen waar het precies ligt. Zo weinig weet men ervan af. Het is een land met een rijke cultuur en veel natuur. Muziek speelt een grote rol. Een van de gedachtes waarmee ik loop is dan ook om een internationaal concert te organiseren.”

Het bericht Weerter ondernemer Emile Bruschinski benoemd tot honorair consul van Letland verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

“Gedragsverandering, dat is misschien nog wel het belangrijkste”, zegt directievoorzitter Hans de Kinderen van Rabobank Weerterland en Cranendonck. “Los van alle maatregelen zoals zonnepanelen, ledverlichting en isolatie gaat het erom dat je bewust bezig bent met jouw impact op het milieu. De computer uitschakelen, licht uitzetten en klimaatbeheersing anders instellen. Als ondernemers, CEO’s en leidinggevenden hierin het goede voorbeeld geven kunnen grote veranderingen teweeg worden gebracht binnen organisaties.”

Een voorbeeld zijn
De Rabobank zet zich samen met klanten, leden en partners in voor een sterkere leefomgeving en voor de grote maatschappelijke uitdagingen. Veranderingen komen snel, zijn steeds onvoorspelbaarder en klimaatverandering is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. “We zijn de eerste generatie die de effecten van klimaatverandering merkt en de laatste die er iets aan kan doen.”

En de bank loopt hierin nadrukkelijk voorop. Zo gaf Rabobank Weerterland en Cranendonck drie jaar geleden zelf het goede voorbeeld met de verbouwing van de vestiging aan het Kasteelplein in Weert. “We vroegen ons af wat we moesten doen: nieuwbouw of verbouwen? Hergebruik van het gebouw bleek de meest duurzame oplossing. In het hele gebouw is bovendien gebruik gemaakt van duurzame, recyclebare materialen zoals stoelen van PET-felt en lampenkappen van recyclet karton. We hebben het bestaande meubilair een opknapbeurt gegeven en de vloerbedekking is volledig recyclebaar. De houten vloer is niet van hardhout, maar van bamboe. Het oogt niet alleen mooi; bamboe is ook een ecologisch verantwoord product.”

Wat verder opvalt, is het veelvuldige gebruik van glas en de aanwezigheid van groen in de vorm van bijvoorbeeld moswanden. “Glas en groen zijn enorme energizers die zorgen voor een prettig werkklimaat. Het verduurzamen van een bedrijfspand heeft een uitwerking op meerdere vlakken. Het verhoogt het comfort én bevordert een positief werkklimaat.”

Urgentie
De belangrijkste redenen waarom ondernemers investeren in het verduurzamen zijn volgens De Kinderen het verlagen van de energiekosten, wet- en regelgeving en een intrinsieke motivatie. “Ondernemers kijken logischerwijs naar wat het oplevert. De terugverdientijd van bijvoorbeeld zonnepanelen is tegenwoordig erg kort. Door een eenmalige investering verlaag je je energierekening op de lange termijn. Het hoeft niet altijd meteen rigoureus, het aanbrengen van ledverlichting is een redelijk eenvoudige maatregel om te nemen. Daarnaast investeer je in de waardevastheid van het pand. Dus financieel is het gunstig om te verduurzamen.”

Wet- en regelgeving speelt ook een rol. Sinds vorig jaar is er de informatieplicht energiebesparing. Dit betekent dat bedrijven of instellingen die per jaar 50.000 kilowattuur elektriciteit of 25.000 kubieke meter aardgas verbruiken, verplicht zijn om energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) stelt ook dat elk kantoor groter dan honderd vierkante meter vanaf 1 januari 2023 minimaal energielabel C moet hebben. “De eisen worden in toekomst steeds strenger. Rendement en regelgeving zijn dus triggers om aan de slag te gaan, maar de mooiste reden vind ik uiteraard als een ondernemer intrinsiek gemotiveerd is.”

Advies
Wie interesse heeft, kan op elk moment bij de Rabobank terecht. De adviseurs nemen ondernemers bij de hand. “Samen bekijken we de situatie en zoeken we naar de beste oplossing. Ondernemers worden vaak verrast. Ze staan versteld wat ze allemaal kunnen besparen en zijn zich vaak niet bewust van de subsidiemogelijkheden. Om ondernemers in zowel de profit als non-profit sector te ondersteunen bij het opwekken van duurzame energie stelt de rijksoverheid subsidies beschikbaar zoals de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) en de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+). Om ondernemers van dienst te zijn hebben we niet alleen een expertisedesk maar zijn we ook een partnership met Stg. Energieke Regio aangegaan.”

Via een regionale aanpak helpt Energieke Regio eigenaren en gebruikers van zakelijk en maatschappelijk vastgoed met het verduurzamen van hun gebouwen. Het project is uitgerold in 77 regio’s in Nederland. “We starten nu met ondernemers in de gemeente Cranendonck. Daarna volgen ook Weert en Nederweert. Ondernemers kunnen onder meer een scan laten uitvoeren om vervolgens de juiste keuzes te maken om energie te besparen. Een duurzamer pand rendeert, is meer waardevast, draagt bij aan een positief imago en een zorgt voor een beter werkklimaat. En maakt bovenal de omgeving meer planet-proof.”

Het bericht Verduurzaam je bedrijfspand verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

De wethouders van Weert willen van de inwoners, ondernemers en bezoekers weten hoe zij Weert graag zien in het jaar 2030. “ Weert is als gemeente heel divers”, zegt wethouder Paul Sterk. “Groenste stad, paardenstad, sportstad, vlaaienstad. En er gebeurt heel veel. Dat is in principe goed, maar er zit geen focus in. Daardoor ontbreekt er een echt profiel en dan is het lastig om voor de komende jaren een duidelijke richting te bepalen.”

Er is een koers nodig om voorbereid te zijn op de toekomst. Zeker nu de veranderingen zich in snel tempo opvolgen. Denk aan klimaatverandering, nieuwe energie of robotisering.

Toekomstbeelden
De mensen in Weert krijgen de mogelijkheid om duidelijk te maken hoe zij de toekomst zien. Het meest verrassende moment daarvoor is de Experimentenweek. “De afgelopen tijd heeft de gemeente samen met Maastricht University en Toekomstbureau Pantopicon voorbereidend werk gedaan en verschillende toekomstbeelden uitgewerkt. Daarbij zijn de ervaringen van de afgelopen jaren ook meegenomen”, zegt wethouder Tessa Geelen. “Samen zijn we tijdens die week op alle locaties aanwezig, gaan met inwoners in gesprek en maken aantekeningen. Hoe meer mensen komen, des te meer meningen en ideeën we kunnen verzamelen.”

Omdat het over een toekomstvisie gaat, komen allerlei onderwerpen aan bod. Van wonen en werken tot infrastructuur en zorg. Sterk: “Waar we achter willen komen is wat de kenmerken van Weert zijn, wat we bereikt willen hebben in 2030 en hoe we dat gaan doen.”

De meningen hierover leiden tot een visie. “Dat wordt een sterke combinatie van een aantal richtingen waarop we gaan inzetten. De visie moet lef tonen. Want we staan voor grote uitdagingen. In 2030 is het aantal inwoners van zeventig jaar met de helft toegenomen. Daar moeten we ons nu op voorbereiden. Wat betekent de vergrijzing voor onze manier van wonen en zorg? En hoe zorg je dat je jonge mensen naar Weert trekt? Hoe kun je de stad nog aantrekkelijker maken? Je zult keuzes moeten maken.”

Leidraad voor de toekomst
De visie is politiek overstijgend en bepaalt de richting voor de komende tien jaar. Elke politieke keuze wordt getoetst om te kijken of het past binnen de visie. Geelen: “Het is een stip aan de horizon. De mening van de inwoners telt. Dit past in de nieuwe manier waarop we als gemeente beleid maken: samen met onze inwoners. Dat kost tijd en energie, maar het leidt tot keuzes die kunnen rekenen op de steun van de inwoners.”

Ook de citymarketing wordt gekoppeld aan de toekomstplannen. Geelen: “Je kunt de stad alleen vermarkten als je een duidelijke ambitie hebt. Juist daarom is het belangrijk dat ook ondernemers van zich laten horen. Hoe moeten we Weert promoten, welke doelgroepen spreken we aan, hoe trekken we meer bezoekers? Samen met de ondernemers willen we de toekomst tegemoet treden. Je kunt dus niet alleen meedenken, maar ook meewerken aan Weert in 2030!”

Waan je in 2030

Tijdens de Experimentenweek presenteert de gemeente een interessant programma met een doorkijk naar de toekomst van Weert. Hoe ziet Weert er in 2030 uit? En wat levert het de Weertenaren op? Meerdere plekken in stad, dorp en buitengebied van Weert worden verrassend ingericht. Plekken waar je je in 2030 kunt wanen. Over het makelen van nieuwe woonvormen bijvoorbeeld, of een wereld van jonge innovatieve makers en anders werken. Je kunt straks ook online je mening geven en je idee vertellen over de toekomst.

De exacte data voor de Experimentenweek worden nog bekendgemaakt. Houd de website en nieuwsberichten van de gemeente Weert in de gaten voor meer en actuele informatie.

Het bericht Praat mee over Weert in 2030 verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

Direct na de introductie van het Skydeck vier jaar geleden is het concept omarmd. Dat blijkt uit de vele enthousiaste reacties van bezoekers. “Ik ervaar het Skydeck als zeer prettig”, zegt Monique Princen, voorzitter van MKB-Limburg en mede-eigenaar van Tal Techniek in Weert. “Het is een plek waar je ook je zakelijke relaties mee naartoe kunt nemen. Zo combineer je het zakelijke met het aangename. De sfeer is ongedwongen, je wordt voorzien van de lekkerste hapjes en drankjes en bij slecht weer sta je droog.”

Exclusieve Bospop-ervaring
Ook de ligging van het Skydeck valt in de smaak bij de gasten dankzij het goede overzicht over het festivalterrein én hoofdpodium. Met artiesten als Sting, Lionel Richie en Kensington heeft de organisatie ook dit jaar weer artiesten van hoogstaand niveau naar Weert weten te halen. “Ik kijk uit naar Lionel Richie”, zegt Hans de Kinderen, directievoorzitter van Rabobank Weerterland en Cranendonck. “Hij was een van mijn jeugdhelden, zijn prachtige ballads en soulmuziek staan dan ook in mijn geheugen gegrift.”

De Kinderen heeft Bospop al acht keer bezocht en blijft graag terugkomen. “Het Skydeck is een aanwinst om relaties in gemoedelijke sfeer te ontmoeten. Een laagdrempelige gelegenheid om gasten kennis te laten maken met een familiair muziekfestival en samen te genieten van unieke optredens.”

Top van Limburg
Ondernemers, de top van het bedrijfsleven en vertegenwoordigers van overheden treff en elkaar. “Het is netwerken op hoog niveau”, zegt gedeputeerde Hubert Mackus van de provincie Limburg. “In de setting van het Skydeck praat je wat gemakkelijker dan aan de vergadertafel. Op die manier komen mensen graag naar Weert.”

Ton Hendriks, advocaat en partner van Aben & Slag Advocaten, is een fervent bezoeker van het festival. “Ik schat dat ik zo’n twintig keer ben geweest. Het Skydeck dat is toegevoegd, vind ik een geweldige ervaring. Je kunt er prima netwerken met andere ondernemers. Als je wilt kun je zo het festivalterrein op. Mocht je zin hebben om wat te eten of drinken ben je zo weer terug op het Skydeck.”

Alle bezoekers zijn zeer te spreken over de catering, waarbij een deel als live cooking wordt bereid. Wethouder Martijn van den Heuvel van de gemeente Weert onderstreept de meerwaarde van het festival voor de citymarketing. “De verbinding tussen Weert en Bospop is hierin erg belangrijk. In Weert is veel te beleven en Bospop is hierbij een belangrijke publiekstrekker.”

Wat betreft het Skydeck heeft Van den Heuvel veel positieve ervaringen: “Het is heel laagdrempelig en het biedt de juiste voorwaarden om tot een goed gesprek te komen met oude bekenden en nieuwe contacten. Ik blijf genieten van de geweldige vertrouwde sfeer op het veld net zoals vroeger toen Bospop nog kleiner was in omvang: gemoedelijk, gezellig en intiem. Bijzonder eigenlijk, ik ken geen enkel festival in deze omvang die dat heeft. Echt uniek!”

40 jaar Bospop in Weert

In 1981 organiseerde een aantal enthousiaste vrijwilligers van het jongerencentrum in Weert een muziekfestival. Een boerenkar diende als podium, enkele lokale bands werden gecharterd, kratjes bier werden ingeslagen. Hiermee was de eerste editie van Bospop een feit en werd het zo’n succes dat een vervolg niet kon uitblijven.

‘Enthousiast’ werd ‘nog enthousiaster’ en een tweede festival was snel beklonken, en toen het 3e, het 4e… Binnen de kortste keren stond Bospop in Weert en omstreken bekend als een supergezellig en sfeervol festival, daar moest je gewoon bij zijn. Elke volgende editie groeide het bezoekersaantal gestaag verder en traden er niet enkel amateurbands meer op, maar wilden ook nationale en internationale toppers hun muziek laten horen op dit poppodium.

Trouwe vrijwilligers
De groeiende bekendheid van het festival, voor zowel de bezoekers als de artiesten, maakte dat het organiseren van Bospop elk jaar omvangrijker werd. Een grote en zeer trouwe groep vrijwilligers stond elke editie weer klaar om van het festival een succes te maken. Nu, 40 jaar later, staat Bospop nog steeds te ‘springen’ om in het 2e weekend van juli een prachtig old-skool poprockfestival neer te zetten.

Bospop is uitgegroeid tot een volwaardige en professionele festival organisatie. In en tijdens de dagen rondom het festival werkt een team van ruim 2500 medewerkers/vrijwilligers, waarvan het grootste deel al decennia van de partij is, enthousiast en met passie om het allemaal mogelijk te maken. De professionele aanpak, de onderlinge omgang tussen de verschillende teams en de huidige ideale locatie ‘evenemententerrein Weert Noord’, hebben geleid tot een muziekfestival van 3 heerlijke dagen. Met een goede line-up op twee podia, een sfeervol en ruim opgezet festivalterrein, een gezellige camping, een 24-uurs feesttent, een bezoekersaantal van ruim 80.000 mensen en een prachtig Skydeck, speciaal voor de zakelijke muziekliefhebber.

En dit allemaal bij elkaar maakt het dat Bospop bekend staat als gezellig, sfeervol en ongedwongen met een familiair karakter. En dat moet ook zo blijven!

Het bericht Ontmoet tijdens Bospop de top van zakelijk Limburg verscheen eerst op MLA Stories.

Door Wesley Hegge

Directrice Marjon Klop-Van Hest begint haar dag met een rondje over de werkvloer. Tussen de dampende baden waarin indrukwekkende constructies van staal gereinigd worden, maakt ze een praatje met een medewerker. “Dat doe ik elke werkdag”, legt ze uit. “Even vragen hoe het gaat. Het lijkt een klein gebaar, maar het is ontzettend belangrijk. We proberen een open bedrijfscultuur te creëren, waarbij er naar elkaar geluisterd wordt. Dat maakt werken aan de gemeenschappelijke doelstelling, namelijk een fantastisch eindproduct, succesvoller.”

Familiebedrijf
De eindproducten liggen glanzend te wachten om vervoerd te worden. Afvalbakken, hekken, onderdelen van constructies. Stuk voor stuk zijn ze voorzien van een laag zink. Door de chemische reactie tussen zink en staal ontstaat een bijna onverwoestbare legering. Dankzij een speciale techniek, zogeheten kathodische bescherming, wordt het verzinkte staal zelfs helemaal ongevoelig voor corrosie en dus ook roest. In de verzinkerij worden producten op die manier verduurzaamd waardoor ze langer mee gaan en minder belastend zijn voor het milieu. Daarmee streeft het bedrijf ook naar een duurzame samenleving.

Klop-Van Hest vormt samen met haar achterneef Rogier van Aert de derde generatie. Ze namen het stokje over van Guido van Aert en Fred van Hest. Afgelopen jaar vierde Verzinkerij Van Aert het vijftigjarige jubileum. “Er is veel veranderd in ons bedrijf”, zegt Van Aert, doelend op de toegenomen eisen van de partners. “Verzinken blijft de core business, maar hier komen totaalplaatje. Zo hebben we een eigen transportdienst en kunnen we indien gewenst de montage voor onze rekening nemen.”

De verzinkerij is uitgegroeid tot een onderneming met in totaal 91 vaste medewerkers, twintig uitzendkrachten en zeven oproepkrachten. De twee mede-eigenaren hebben een duidelijke rolverdeling. Klop-Van Hest vertelt: “Rogier houdt zich bezig met de dagelijkse koers van het bedrijf en ik richt me op het personeel. We zijn een familiebedrijf en die sfeer willen we ondanks de omvang behouden. Ik heb psychologie gestudeerd. Deze kennis en ervaring zet ik in bij onze werkzaamheden. Als we merken dat iemand ergens mee worstelt, proberen we te achterhalen wat er aan de hand is. Iets wat privé speelt, kan een grote uitwerking hebben op de werkvloer. Door goed met elkaar te communiceren, proberen we een oplossing te zoeken. Daardoor neemt het werkplezier en het zelfvertrouwen toe.”

Personeelsbeleid
Verzinkerij Van Aert is een echt mannenbedrijf. Omgeven door staal, verzinkbaden en een grote oven vormt de verzinkerij een ruige omgeving. Het werk op bepaalde afdelingen is behoorlijk zwaar. Er werken in totaal slechts vier vrouwen. Opvallend is dat het personeelsbeleid in handen is van drie vrouwen. Rinske van Kasteren is onlangs benoemd tot HR manager. Christianne Luyben is HR medewerkster. Klop-Van Hest: “We steken een relatief groot deel van het budget in human resources. We zien het niet als een kostenpost. In tegendeel, zoals we investeren in middelen, investeren we ook in mensen. Het is belangrijk dat men zich goed voelt en de mogelijkheid heeft zich te ontwikkelen.”

Het begint met een goede gezondheid. Daarin wordt geïnvesteerd door middel van een vitaliteitsplan, zo legt Van Kasteren uit. “Eind vorig jaar is ons nieuwe vitaliteitsplan ingegaan. Dit houdt in dat iedere werknemer telkens per periode een persoonsgebonden budget krijgt van zestig euro. Dat mag iedereen binnen de regels vrij besteden in het kader van de gezondheid. Onze collega’s kunnen bijvoorbeeld gaan sporten, een fysiotherapeut bezoeken of een dagje ontspannen in de sauna.”

Daarmee wil Verzinkerij Van Aert bereiken dat alle vaklieden fit en gezond zijn, zowel op het werk als thuis. Van Kasteren: “Het leuke is dat ook medewerkers gezamenlijk activiteiten ondernemen buiten het werk om. Zo is er een tennisteam en hebben een aantal collega’s gezamenlijk een kookcursus gedaan. Om het vitaliteitsplan compleet te maken, zijn we samen met onze Arbodienst bezig om preventief medische onderzoeken te laten doen. Onze medewerkers worden dan getest op zowel lichamelijke als geestelijke klachten. Daarnaast kan de Arboarts tips geven over het besteden van het budget. Verder stimuleren we gezonde voeding in de kantine. Iedere maandag is er vers fruit.”

Toekomst
In de nabije toekomst wil Klop-Van Hest iemand aan het team toevoegen die het personeel kan trainen in het goed gebruiken van hun lichaam. “Ook leidinggevenden binnen het bedrijf zullen deze training gaan volgen. Verder gaan we onze medewerkers flexibel inzetten. Omdat mensen lang bij ons blijven werken, ligt gemiddelde leeftijd relatief hoog. Het werk is op sommige afdelingen zwaarder dan op andere afdelingen. Dus zoeken we naar nieuwe combinaties van teams om mensen te ontzien.”

Om het team nog hechter te maken, worden er jaarlijks allerlei activiteiten buiten het werk om georganiseerd. Zo mag ieder team in het bedrijf eens per jaar een teambuildingactiviteit organiseren. Klop-Van Hest: “Onze medewerkers werken keihard, daar zijn we dankbaar voor. Dat laten we zien. Het lukt ons gelukkig ook om jonge mensen enthousiast te maken voor het vak. Verzinken is een mooi, ambachtelijk proces. Men krijgt bij ons kansen om hogerop te komen. Onze operationeel manager Albert Stevens is ooit begonnen als productiemedewerker.”

Uiteraard merkt de verzinkerij dat er krapte is op de arbeidsmarkt. Desondanks lukt het hen om voldoende personeel te werven. Er zijn in totaal achttien nationaliteiten te vinden op de werkvloer. Van Kasteren: “We bieden hen taalcursussen aan. Je merkt bovendien dat ze de taal snel oppikken door aan de slag te gaan en te spreken met de collega’s.”

Drie generaties in een halve eeuw
Vorig jaar bestond Verzinkerij Van Aert vijftig jaar. Het begon allemaal in 1969, toen Jac Bogers een advertentie plaatste in De Telegraaf: ‘Investeerders gezocht om samen een verzinkerij mee te starten’. De ontvangen reacties werden op alfabetische volgorde gelegd en het eerste gesprek vond plaats met Louis van Aert. De klik tussen de mannen was er meteen en niet veel later richtten ze samen de Limburgse Zinksmelterij op. Een jaar later werd het Verzinkerij Van Aert. Louis’ broer Fons voegde zich bij het team. Een groot stuk grond werd aangekocht, gebouwen neergezet, de eerste oven aangeschaft en personeel opgetrommeld. In 1972 werd Fred van Hest, de schoonzoon van Fons, voor vijftig procent aandeelhouder. Guido van Aert nam een paar jaar later de aandelen van Louis over. In 1983 vond een fikse uitbreiding plaats met onder meer een waterzuiveringsinstallatie en een oven van zeven meter lang. In de jaren negentig begon het bedrijf de huidige vorm aan te nemen: er werd grond bijgekocht en het aantal werknemers steeg. In 2017 kwamen Marjon Klop-Van Hest en Rogier van Aert als derde generatie aan de leiding.

Het bericht Vrouwelijke HR-professionals tillen personeelsbeleid ruig mannenbedrijf naar hoger plan verscheen eerst op MLA Stories.