De aanwezigheid van de Wilhelmus Hubertusmolen zorgt ervoor dat er goed moest worden onderzocht wat er allemaal gebouwd kan worden zonder de windvang, de wind die nodig is om de molen te laten draaien, te veel te belemmeren. Dat onderzoek heeft nu plaatsgevonden en de resultaten tonen aan dat de beide bouwplannen de windvang beperkt beïnvloeden.

Molen

De Wilhelmus Hubertusmolen is een Rijksmonument en hoewel deze op dit moment in gebruik is als restaurant en woning, kan de molen wel nog draaien. Om nu en in de toekomst te kunnen (blijven) draaien heeft de molen wind nodig. Gebouwen en bomen in een gebied van 500 meter rondom de molen hebben invloed op de wind die de molen ontvangt. De wieken van de molen komen pas in beweging als ze wind met een bepaalde snelheid vangen; dit wordt de windvang genoemd. De windvang mag volgens de regels in het bestemmingsplan met maximaal 5% beperkt worden als gevolg van een ontwikkeling.

Meerdere ontwikkelingen in dit gebied gepland

De gemeente wil de komende jaren binnen het gebied rond de molen meerdere ontwikkelingen toestaan. Dat zou volgens de regels betekenen dat de windvang maximaal 5% gereduceerd zou kunnen worden. Omdat op die manier echter niet duidelijk is hoeveel windvang er uiteindelijk nog over blijft, heeft er een onderzoek plaatsgevonden in een windtunnel waarbij allerlei ontwikkelingen tegelijkertijd onderzocht zijn. Met het windtunnelonderzoek is inzicht verkregen in de effecten die de ontwikkelingen hebben op de windvang van de molen.

Experts van Peutz BV hebben een schaalmodel van de omgeving rondom de molen nagebouwd en dit in een windtunnel geplaatst. Hierin is vanuit alle windrichtingen wind nagebootst om te onderzoeken wat de verschillende ontwikkelingen apart én samen doen met de windvang van de molen.

Conclusie

De conclusie van deze onderzoeken is dat de windvang van de molen als gevolg van de twee ontwikkelingen samen (appartementen Beekpoort-Noord én de Stadsbruglocatie) met 1,5% wordt verminderd ten opzichte van de huidige situatie. Dit valt binnen de marge van 5% die in het bestemmingsplan is benoemd als de maximale beperking.

Het bericht Windtunnelonderzoek Wilhelmus Hubertusmolen in Weert afgerond verscheen eerst op MLA Stories.

Molenaar Gerie Fijen

Dat het muisje Meule Geer heet is niet toevallig. Het herinnert óók aan molenaar Gerie Fijen die vanaf 1972 tot eind 2019 molenaar op de bekende witte molen van Keent was. Gerie Fijen was in de verre omtrek bekend en gekend als een molenaar die met zijn verhalen over de molen en het molenaar zijn kinderen aan zich wist te binden.

Muisje Meule Geer

Muisje Meule Geer beleeft allerlei leuke, spannende maar ook leerzame avonturen in en rond de Sint Annamolen. Van zijn eerste dagen op Keent tot wonen, werken en vrienden zoeken in en rondom de korenmolen. De verhaaltjes zijn voorzien van prachtige tekeningen, ook van de hand van Pierre van der Lans, die ieder al een verhaal op zichzelf vormen.

Dit eerste boekje over Meule Geer bevat 10 hoofdstukjes over hoe het muisje op de Sint Annamolen terechtkomt en daar zijn huisje vindt. In het tweede boekje, dat momenteel in de maak is, vertelt Meule Geer over nog meer spannende, leuke en leerzame ervaringen en avonturen in en rond de molen.

Praktische informatie

Meule Geer is zaterdags tussen 11.00 en 15.00 uur en altijd wanneer de Sint Annamolen geopend is te koop voor € 15,-. Het is tevens mogelijk een exemplaar te reserveren via Meule Geer | Sint Anna (1911), Molen van Keent (wpcomstaging.com). 

Het bericht Voorleesboekje over molenmuisje Meule Geer als herinnering aan molenaar Gerie Fijen verscheen eerst op MLA Stories.

“Een feit om heel trots op te zijn”, zegt minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) in een reactie. Voor het eerst is Nederlands immaterieel erfgoed opgenomen op deze lijst. Engelshoven noemt het molenaarschap ”een prachtig ambacht dat door en door verweven is met Nederland”.

Gilde
Volgens het ministerie is de erkenning vooral te danken aan de inspanningen van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, Vereniging De Hollandsche Molen, Het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en het Gild Fryske Mounders. Sinds de negentiende eeuw zijn veel molens tot stilstand gekomen, daarmee ging veel kennis verloren. Het ambacht van de molenaar dreigde uit te sterven.

Vrijwilligers
Zo’n vijftig beroepsmolenaars en honderden vrijwilligers helpen de molens in Nederland echter draaiende te houden. Volgens de Nederlandse Molendatabase telt Nederland ruim twaalfhonderd werkende molens. “Immaterieel erfgoed kan alleen blijven bestaan, als het zich meeontwikkelt met de tijd. Dat is precies wat de molenaars in Nederland doen. Ze hebben mooie plannen voor de toekomst”, aldus de minister. Zo is er een opleiding voor vrijwillige molenaars opgezet en wordt de kennis over het ambacht gedeeld met het publiek, bijvoorbeeld tijdens de Nationale Molendag.

Niet vanzelf
Molenaar Tom Kreuning, voorzitter van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, viert donderdag een feestje met zijn collega’s in Amsterdam. “We hadden net een livestreamverbinding met Zuid-Korea. Dit is natuurlijk fantastisch nieuws”, zegt hij in een reactie aan NU.nl. Kreuning bedient een watermolen in Alkmaar en woont daar ook in. “Veel mensen hebben nog nooit een molen van binnen gezien. De UNESCO-lijst gaat ons helpen om ons ambacht beter op de kaart te zetten.” Volgens de molenaar zijn er nergens ter wereld zoveel actieve molens te vinden als in Nederland. “Ze hebben veel betekend voor onze welvaart, maar molens draaien niet vanzelf.” Daar zorgen de vijftig beroepsmolenaars en zo’n tweeduizend vrijwilligers voor. “En dat mogen er best wat meer worden”, zegt Kreuning. “Via onze opleiding scholen we elk jaar ongeveer negentig nieuwe molenaars. De meeste zijn boven de zestig jaar, we zouden ook graag wat jongere mensen willen trekken.” Tegen de jongere generatie zegt Kreuning: “Kom eens binnenkijken bij een molen, dan ben je verkocht.”

Het bericht Het molenaarsambacht is toegevoegd aan de lijst van immaterieel cultureel erfgoed van UNESCO verscheen eerst op MLA Stories.