Mogelijk dat de verwoesting in augustus 1702* van het kasteel door de troepen van de hertog van Marlborough daar een rol in heeft gespeeld. Het kasteel wordt dan twee dagen gebombardeerd en brandt uit. Mogelijk dat slachtoffers van deze verwoesting haastig zijn begraven in een noodgraf. Onderzoek moet nog uitwijzen hoe oud en uit welk land de botresten zijn. Middels isotopenonderzoek kan men uitzoeken uit welke regio iemand komt.

John Churchill, de 1e hertog van Marlborough was tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) het hoofd van de verenigde Britse, Nederlandse en andere troepen en vocht vele veldslagen uit op uiteenlopende plaatsen. Tijdens zijn veldtocht door het dal van de Maas van Venlo tot in Luik (1702) maakten zijn troepen het erg bont. Zijn dragonders plunderden voedsel en vernielden de oogst zodat deze niet aan de vijand zou vallen. Na hun vertrek werden in de streek overal poppen van Malbroek verbrand. Dit gebruik wordt op sommige plaatsen nog in ere gehouden, zoals te Stokkem, Kessenich en Eisden.

*In 1702 verklaren de Habsburgse keizer, Engeland en de Republiek der Verenigde Nederlanden de oorlog aan Frankrijk en Spanje, de Spaanse successieoorlog. In Weert wordt, dan nog onder Franse bezetting, verovert door geallieerde troepen.

Het bericht Noodgraf Tiendschuur mogelijk voor slachtoffers verwoesting kasteel 1702 verscheen eerst op MLA Stories.