LEUDAL – Op 1 januari 2022 is in de gemeente Leudal gestart met een nieuwe manier van afval inzamelen. Dit met het doel om het restafval flink terug te dringen en het afval beter te scheiden. De inzamelresultaten van de eerste negen maanden laten zien dat inwoners het scheiden van afval heel serieus hebben genomen. De hoeveelheid restafval is namelijk flink afgenomen.
In 2021 werd circa 128 kg restafval per inwoner ingezameld in de gemeente. De ambitie is om het restafval in 2023 te verlagen naar 100 kg per inwoner per jaar en in 2025 naar 80 kg. De eerste negen maanden van dit jaar laten zien dat de gemeente goed op weg is. Als ze de inzamelcijfers doorrekenen naar een heel jaar, komt de hoeveelheid restafval per inwoner per jaar waarschijnlijk uit op 80 kg.
Meer Groente-, Fruit en Tuinafval (GFT) en Plastic en Metalen verpakkingen & Drankkartons (PMD)
Dat het afval goed gescheiden wordt, zien ze niet alleen doordat er minder restafval is ingezameld. De hoeveelheid GFT en PMD is namelijk toegenomen. Zo is er 27% meer GFT en 33% meer PMD ingezameld dan in diezelfde periode vorig jaar.
Uitgebreide evaluatie
Uit de eerste cijfers kan de gemeente aannemen dat de nieuwe manier van afvalinzameling zijn vruchten begint af te werpen. Maar om een beter beeld te krijgen, is een uitgebreide evaluatie nodig. Deze vindt plaats in maart 2023. Naast de inzamelresultaten wordt dan ook gekeken naar de kwaliteit en samenstelling van de afvalstromen. Ook het aanbiedgedrag, de kosten en opbrengsten en de doorrekening in tarieven neemt de gemeente daarin mee. Uit de evaluatie gaat blijken of er aanvullend beleid of extra maatregelen nodig zijn om het afval scheiden te bevorderen.
Inzetten op communicatie
Wethouder Heleen Wijers-van der Linden: “Dat inwoners bewuster omgaan met het scheiden van hun afval is een goed begin om onze ambitie te verwezenlijken. Alleen als iedereen meehelpt wordt de kwaliteit van onze afvalstromen beter en kan er steeds meer hergebruikt worden. Samen met Reinigingsdienst Maasland zetten we de komende periode graag in op communicatie om nog meer duidelijkheid te geven over welk afval waar thuishoort.”
